Minimumloon vastgelegd in de Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag (WML)

In Nederland is het minimumloon vastgelegd in de Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag (WML). Volgens deze wet heeft iedereen tussen de 15 en 65 jaar recht op een minimumloon. Mensen die jonger dan 23 jaar zijn, hebben volgens de wet recht op een minimumjeugdloon. Het doel van deze wet is, dat medewerkers niet onderbetaald kunnen worden en daardoor inkomstenbescherming hebben. Het minimumloon in Nederland behoort tot de vier hoogst minimumlonen in Europa. In Nederland wordt het minimumloon twee maal per jaar aangepast. Dat gebeurt in januari en in juli. Deze aanpassing richt zich op het brutoloon bij een normale werktijd van 36 tot 40 uur per week.

Opbouw minimumloon
Het minimumloon wordt in Nederland betaald over de normale arbeidsduur, zonder overwerk. Volgens de wet bestaat de opbouw van het minimumloon uit de volgende onderdelen: basisloon, toeslagen voor bijvoorbeeld onregelmatige diensten, vaste beloningen voor omzet en beloningen van derden zoals fooien.

Extra inkomsten
Daarnaast zijn er inkomsten die geen onderdeel zijn van het minimumloon en daardoor als extra worden uitgekeerd. De wet spreekt in Nederland van extra inkomsten bij bijvoorbeeld winstuitkering, overwerk, eindejaarsuitkering, spaarregeling, pensioen en vakantiebijslag. Voor een minimumloon is dit vaak een mooie aanvulling.

Boete
Het minimumloon gaat volgens de wet uit van een 40-urige werkweek met daarin vijf werkdagen van elk 8 uur of van een 36-urige werkweek met vijf werkdagen van elk 7,2 uur. Wanneer een organisatie de normale arbeidsduur om wat voor reden ook verkort, blijft de medewerker (met een volledige werkweek) volgens de wet recht houden op het minimumloon. Werkgevers in Nederland die hun personeel niet het minimumloon uitbetalen, riskeren een boete van de Arbeidsinspectie. De wet geeft aan dat de boete kan oplopen tot maximaal € 6.700,- per medewerker.